BOSSEN ZIJN HOTSPOTS VAN BIODIVERSITEIT
Slechts 15% van het Vlaamse bos kan beschouwd worden als ‘oud bos’, wat betekent dat ze reeds voorkomen op de Ferrariskaart van 1775, en alle volgende kaarten, zodat ze zeker al meer dan 200 jaar bos zijn. Door industrialisering en de groei van bevolking en welvaart verdwenen heel wat van deze oude, waardevolle bossen, die tal van inheemse dier- en plantensoorten herbergen. Bij de aanleg van nieuwe bossen werd vaak gekozen voor snelgroeiende soorten. Nieuwe bossen zijn bijna steeds minder soort- en structuurrijk dan wat verloren ging.
Herstel van landschapsconnectiviteit
Als gevolg van urbanisatie en landbouwintensifiëring zijn de ecologische verbindingen tussen bos- en natuurgebieden verdwenen. Onze versnipperde bosjes lijden sterk onder de vervuiling van lucht en bodem en het uitsterven van soorten.
Het Vlaamse bosbeleid moet de weerbaarheid van bossen vergroten en verder inzetten op biodiversiteit. De voorbije decennia zijn de bossen in Vlaanderen inderdaad structuurrijker geworden en het aandeel dikke bomen wordt groter. De soortenrijkdom in goed ontwikkelde bosgebieden kan tot in de duizenden oplopen. Niet alleen bossoorten maar ook niet-bossoorten zoeken steeds meer hun toevlucht in bossen als gevolg van een steeds intensiever gebruikt buitengebied.
De inzet op biodiversiteit blijft ontzettend belangrijk.
Meer diverse bossen hebben een grotere weerstand om zich in de toekomst te verdedigen tegen verstoringen, zoals toenemende droogte of een verhoogd stormrisico. Nieuwe ziekten en plagen maken opgang, en oprukkende exoten of nieuwkomers bedreigen traditionele soorten.